Vandaag, met de schooldirecteur, de 4-de-jaars in de
grote Cade gaan informeren over mijn project. Dit lijkt mij veelbelovend
De directeur en een aantal kinderen maakten zich
voornamelijk zorgen over de paarse sporen. Vooral nu hun poort ook “besmeurd”
is met een spoor.
Hopelijk heb ik hen met mijn beknopte doch vrij technische
argumentatie kunnen duidelijk maken dat hun zorgen ongegrond zijn.
Hier nog eens de synopsis van mijn explicatie:
*Door oxidatie van de transpiratie van de reus in combinatie
met de vochtige lucht en de ondergrond ontstaat er op sommige plaatsen na een
tijd de “paarse sporen”.
*De sporen verdwijnen spontaan na een tijd.
*Het zweet van de Creaticus Gigantus heeft een bijzondere
eigenschap. De huid krijgt hierdoor een laagdoorlaatfilter- anti-fluorescentie laag,
wat ervoor zorgt dat wij, mensen, met een beperkt zichtbaar spectrum (slechts
van 400 tot 790 terahertz) de reus minder goed kunnen waarnemen. Een soort
camouflage dus.
*Voor onze gigant, die een veel groter spectrum kan
waarnemen, voornamelijk beter lagere frequenties (infrarood en lager) werkt die
zweetlaag ’s nachts als lichtgevend ,
waardoor hij zich makkelijker kan verplaatsen.
Toch een wonderlijke wereld hé?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten